donderdag 23 december 2010

Ding 23 || Evalueer wat je in de afgelopen tijd hebt geleerd

Voor een groot deel was ik wel bekend de dingen die aan bod kwamen maar er was ook een deel dat nieuw voor mij was, en ben blij dat ik daarmee kennis heb gemaakt. En met name de mogelijkheden van Flickr en Delicious hebben mijn interesse gewekt. Door al die dingen te behandelen, heb ik een beter beeld kunnen krijgen van het begrip Web 2.0 en de mogelijkheden voor zowel persoonlijk gebruik alsook voor organisaties. Tevens heeft het mij een basis gegeven om straks de workshop voor te bereiden op dit onderwerp. Ik vond het een leuke manier van leren en daarom juich ik een website als 23dingen en 21edingen enorm toe!

eDing 13 || Plagiaat

Het is verleidelijk om informatie klakkeloos over te nemen uit wat voor bron dan ook om die te gaan gebruiken voor bijvoorbeeld je verslag, maar daarmee maak je inbreuk op haar of zijn auteursrecht. Je mag andersmans werk wel gebruiken voor je doeleinden, maar daarvoor moet je wel aan bronvermelding doen. In ons geval maken wij gebruik van APA-regels om bronnen te vermelden in onze producten, door ze te vermelden achter het einde van de betreffende alinea en die te verwijzen naar de literatuurlijst. Het is geen mooie manier van bronvermelding maar wel een eenvoudige om te hanteren. In het begin vond ik het wel onduidelijk hoe je een bepaalde bron dient te vermelden maar op het internet heb je diverse generators die voor jou een APA-regel uitstampen, zo kan je het niet verkeerd doen. En vanuit de opleiding is er streng op gewezen om altijd de bron te vermelden, en doe ik dat ook altijd om boze blikken te voorkomen.

eDing 12 || Referentieprogramma's

Referentieprogramma's zijn tools die je helpen bij het juist vastleggen, bewerken en hergebruiken van publicaties. Wanneer daar metadata aan is toegevoegd, zal het programma dat meteen herkennen en dat in een persoonlijke bibliotheek van diegene plaatsen. Deze verzameling kan je helpen wanneer je bezig bent met een eigen artikel of afstudeerverslag, en delen uit die teksten wilt citeren en literatuurverwijzingen wilt toevoegen. Voorbeelden van dergelijke software zijn RefWorks en EndNote. Maar je hebt ook online referentieprogramma's zoals Zotero, Connotea en Mendeley. Grote voordeel daarvan is dat je verzameling niet lokaal is opgeslagen, maar op het internet en daarom altijd en overal bij de hand. Tevens kun je net als in Delicious je verzameling delen, waardoor andere mensen kunnen profiteren van je collectie. Die verzameling kan bestaan uit je favoriete webpagina's, maar ook artikelen (PubMed, Google Scholar), boeken (Google Books, Amazon), annotaties (WorldCat, PiCarta), proefschriften, papers, rapporten, mediabestanden etc.

Eerlijk gezegd heb ik hier nooit van gehoord maar kan het wel nuttig zijn voor een fervent deskresearcher die heel veel moet bijhouden. Dan is dit een handig middel om dat werk eenvoudig te houden.

eDing 11 || Informatievaardigheden

Informatievaardigheden zijn belangrijk voor elke student en onder informatievaardigheden versta ik net als de auteur van eDing 11, het omgaan met informatie. Het gaat om het herkennen van een informatiebehoefte, gevolgd door het formuleren van een zoekvraag en het selecteren van bronnen, waarvan je denkt dat ze geschikt zijn om de benodigde informatie mee te achterhalen. Maar succes is pas verzekerd als je voldoende kennis hebt van de bronnen en weet hoe je ze moet gebruiken. Tevens is het belangrijk om kritisch tegenover de gevonden informatie te staan in de zin van bruikbaarheid, kwaliteit en betrouwbaarheid, en tot slot het verwerken van deze informatie in bijvoorbeeld een rapport zonder plagiaat te plegen.

Dit onderdeel is zeer belangrijk voor ons IDM'ers want wij worden voornamelijk ingezet omdat wij juist hier zo goed in zijn, en daarom is het van belang om voor jezelf hier aandacht aan te schenken. Persoonlijk vind ik het voor nu nog lastig als het gaat om bronnen. Het zijn er zoveel, dat ik niet altijd even weet welke het meest geschikt is om een zoekvraag mee te kunnen beantwoorden. Wel ben ik bewust van de diversiteit aan bronnen. Dat kunnen boeken, rapporten, vakkbladen, databanken, social media etc. zijn en dan heb ik het over deskresearch: het zoeken naar bestaande gegevens. Fieldresearch waar ik uit het voorgaande project ervaring mee heb, is het aanmaken van nieuwe informatie door bijvoorbeeld gewoon te bellen of een interview af te leggen.

eDing 10 || Repositories

Een repository is een digitale database voor het opslaan en beheren van digitale informatie, dat via internet toegankelijk is. In het geval van Narcis en HBO Kennisbank, hanteren zij de Open Access filosofie, iedereen heeft vrije toegang tot kennis. Door gebruik te maken van een repository, kan bijvoorbeeld een onderwijsinstelling al hun digitaal materiaal beschikbaar stellen voor een breder publiek, zoals scripties van studenten of leermateriaal van medewerkers. Repositories maken gebruik van metadata wat het zoeken naar dergelijke bestanden eenvoudig maakt. Hieronder staan een aantal binnenlandse repositories:

zaterdag 18 december 2010

Ding 21 || Sociale bibliotheekcatalogi

Aquabrowser My Discoveries en WorldCat zijn twee veredelde (in positieve zin) zoekmachines die in de catalogus van je bibliotheek kunnen kijken, een database met gegevens van boeken. De inhoudelijke beschrijving van boektitels is iets waar de bibliothecaris zich mee bezighoudt, door een korte samenvatting van het boek en daar trefwoorden aan toe te voegen die afkomstig zijn uit een vastgelegde lijst of een thesaurus. Maar dankzij Web 2.0 kunnen gebruikers dat nu ook doen door zelf een inhoudelijke beschrijving van het boek te schrijven of zelfs een recensie. Tevens ook het toekennen van trefwoorden die ze zelf het meest praktisch vinden.

De openbare bibliotheken in Nederland maken veelal gebruik van de Aquabrowser. Die biedt een eenvoudig zoekscherm en worden de resultaten grafisch weergegeven. Aan de linkerzijde heb je een thesaurus, in het midden een lijst met titels en aan de rechterzijde heeft de gebruiker de mogelijkheid om de resultaten te verfijnen naar materiaalsoort als boeken, muziek, artikelen en dergelijke. Wanneer je registreert kun je voor jezelf een boekenlijst samenstellen en die delen met anderen. Met WorldCat heb je toegang tot media in bibliotheken over de hele wereld in het netwerk. In het geval van Nederland vallen alle grote openbare -, wetenschappelijke en een aantal speciale bibliotheken, en ook de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Als je daar registreert, dan kun je titels bewaren, RSS feeds maken maar net als de Aquabrowser kun je ook beoordelen en recensies schrijven. Tevens handig dat WorldCat ook haar website geschikt heeft gemaakt voor mobieltjes.

Met Aquabrowser was ik wel mee bekend want die gebruik ik als ik wil weten of mijn bibliotheek die ene boek heeft maar meer deed ik niet. Maar al die mogelijkheden zijn wel een stap in de juiste richting en juich het enorm toe maar om het te laten werken moet je gebruikers wel vaak belonen voor zijn moeite om dit allemaal te gaan doen. Denk aan het winnen van een irischeque als je een recensie plaatst, beetje als op bol.com (overigens heb ik daar nooit iets gewonnen met mijn recensies). Je moet het aantrekkelijk maken voor mensen om iets terug voor elkaar te doen.

vrijdag 17 december 2010

Ding 19 & 20 / eDing 19 || Sociale netwerken

Sociale netwerken heb je in diverse vormen en maten. De eerste sociale netwerksites die mij meteen te binnnen schieten als ik dat woord lees of hoor zijn Hyves, Facebook en LinkedIn. Alledrie zijn voorbeelden van profielsites waarmee je relaties kunt onderhouden met je familie, vrienden of collega's. Zelf maak ik gebruik van alledrie alleen Hyves nauwelijks meer. Dat komt omdat ik Facebook praktischer en overzichtelijker vind, en daarbij de voordeel heeft dat het voor een groot deel wereldwijd in gebruik is. LinkedIn gebruik ik voor nu als mijn digitale adresboek voor contacten in mijn vakgebied. Twitter zie ik ook als een sociaal netwerksite omdat je daarmee ook een netwerk mee kunt opbouwen maar over het algemeen liggen de relaties wat oppervlakkiger vergeleken met Facebook en LinkedIn, je hoeft immers elkaar niet te accepteren. Maar bij deze vier hoeft het niet alleem om jou te draaien. Zo kun je zowel op Facebook als LinkedIn meedoen aan discussies en kun je een vraag plaatsen die zich afspeelt in jouw vakgebied of interesses als je er zelf niet uitkomt.

Maar YouTube, Flickr, LibraryThing en Last.fm zijn ook sociale netwerksites maar daar staat een bepaald onderwerp centraal waar omheen mensen met elkaar geïnteresseerd in zijn en vanalles met elkaar kunnen doen op dat gebied. In het geval van YouTube zijn dat video's, bij Flickr foto's, bij LibraryThing boeken en bij Last.fm muziek. Je kunt dus veronderstellen dat een sociale netwerksite een website is die je gereedschap geeft om mensen om je heen te kunnen verzamelen en daarmee entiteiten kunt delen. En dat kunnen simpele dingen zijn als foto's maar ook je mening in een discussie. Ze kunnen allemaal dienen als informatiebronnen en als hulpmiddel voor organisaties om in contact te komen met haar doelgroep/klanten.